Herentals - Sint-Waldetrudiskerk
Broederschappen,
ambachten en gilden
netjes op een rij in de koorgangen
Broederschappen richten zich op een bepaalde devotie, meestal een heilige. Deze ‘toewijding’ zou hen dichter tot God moeten brengen. Enerzijds wordt van de heilige verwacht dat hij kan bemiddelen om het heil van God naar de mensen te leiden, anderzijds wil de heilige door zijn voorbeeld en gebed de mens ook stichten: God is immers gediend met het gebed, maar evenzeer met goede werken voor de evenmens. Meerdere patroonheiligen fungeren dan ook als model om aan één bepaalde sociale nood te voldoen.
Sommige devotionele broederschappen groeiden via het beroep van hun patroonheilige uit tot een beroepsvereniging, maar meestal zijn het de gilden en ambachten die in het spoor van de devotionele broederschappen een patroonheilige eren en er een altaar voor oprichten. Dit altaar geeft ook de zelfstandigheid en het aanzien van het ambacht of de gilde aan, waardoor het in tijden waarin ieder ter kerke gaat, een fraai statussymbool wordt. Als parochiekerk biedt de St.-Waldetrudiskerk plaats aan de Herentalse ambachten.
Opvallend is dat de schuttersgilden met hun altaar van in het begin een plaats krijgen in het oudste gedeelte van de kooromgang. De ambachten hebben – alleszins na 1584 – een standplaats voor hun altaar bekomen tegen de meeste zuilen van het schip. De basis van die zuilen werd voor de plaatsing van de altaartafel gedeeltelijk afgekapt, maar in de 19de eeuw met cement bijgepleisterd. Ook de plaats van de bevestigingsdoken voor het retabel is nog zichtbaar.
De meeste altaren dateren van na 1584, het jaar dat het katholieke herstel aanvangt na de Beeldenstorm en het Staatse Bewind. Volgens het gangbare altaarmodel in maniëristische stijl zijn het veelal middelgrote triptieken, die naargelang de liturgische kalender geopend of gesloten waren. Van het 20-tal altaren toen worden er niet minder dan 4 toegeschreven aan Frans I Francken (Herentals, 1542 – Antwerpen, 1616) en 3 aan zijn broer Ambrosius I Francken (Herentals, 1544 – Antwerpen, 1618) of hun atelier.
Sommige ervan zijn echter bij de barokke verfraaiing van de kerk in de 2de helft van de 17de eeuw omgevormd tot een modieus ‘marmeren’ (lees: houten gemarmerd) portiekaltaar. Omwille van de flankerende marmeren zuilen of soms kariatidenfiguren werden de luiken van de oorspronkelijke triptiek afgenomen, terwijl het oorspronkelijk rechthoekig middenpaneel meestal een boogvorm kreeg: hetzij – soms – afgesneden, hetzij – meestal – vergroot, hetzij halfcirkelvormig, hetzij veelhoekig. Stond een groter beeld van de patroonheilige bovenop het retabel, aanvankelijk onder een baldakijn, vervolgens in een nis, dan wordt het barokke portiekaltaar doorgaans bekroond met een nis voor het beeld van de patroonheilige.
Van 2 oude glasramen is een fragment bewaard in de grote zaal van de pastorie: een dat in verband staat met het wevers- en een met het bakkersambacht. Waarschijnlijk stammen zij uit het glasraam in de onmiddellijke nabijheid van het respectieve ambachtsaltaar. Gezien de kleine afmetingen van de figuratieve voorstellingen ligt het voor de hand dat ze bedoeld waren voor de glasramen in de gelijkvloerse zijbeuken.
Alle devoties op twee rijen: Noord en Zuid:
Koorgang NOORD | Koorgang ZUID |
|
- Beschrijving Sint-Waldetrudis
- Beschrijving Sint-Waldetrudis